Indien u de zorg waarover deze enquête gaat (mede) levert, omdat u bijvoorbeeld werkt in het verpleeghuis waar het om gaat, mag u deze enquête niet invullen. Alleen familieleden, vrienden of onafhankelijke andere zorgverleners mogen dat. Als u wel gerechtigd bent gelden de volgende adviezen, spelregels en instructies:
Als de persoon in staat is zelf een oordeel te vormen geldt de mening van de persoon. Slechts als de persoon daar niet (meer) toe in staat is vanwege de bewustzijnstoestand of mentale capaciteiten, mag u uw eigen mening geven. Als er echter meerdere naasten zijn die er een net zo zwaarwegende mening over kunnen hebben, dient het gemiddelde van alle meningen genomen te worden. U dient dat dan dus met hen te overleggen.
Zorg er zo nodig voor dat u in een ruimte bent waar u privacy geniet. Maak de persoon zo nodig duidelijk dat ook bij de verwerking van de antwoorden de anonimiteit gewaarborgd is.
De scoremogelijkheden worden aangeduid met gezichtsicoontjes: zeer ontevreden, ontevreden, gemiddeld (niet tevreden, niet ontevreden), tevreden of zeer tevreden. Mocht u of de zorgontvangende persoon met deze classificatie onvoldoende uit de voeten kunnen, dan kunt u ook hem/haar vragen om een cijfer van 0 tot 10 te geven. Het gegeven cijfer dient dan als volgt vertaald te worden:
Het dichtst bij 0: zeer ontevreden
Het dichtst bij 2½: ontevreden
Het dichtst bij 5: gemiddeld (niet ontevreden, niet tevreden)
Het dichtst bij 7½: tevreden
Het dichtst bij 10: zeer tevreden
Met 'u(w)' wordt verder in principe de persoon bedoeld, tenzij e.e.a. valt onder punt 1 of anders is aangegeven.
De vragen zijn ook offline in te vullen; voor het insturen ervan dient u uiteraard wel online te zijn.
Dank dat u deze vragenlijst wilt invullen. Als u er nog niet bekend mee bent, lees dan eerst deze tekst goed door. Het invullen hoeft u dan niet meer dan een paar minuten te kosten.
Uw anonimiteit is gewaarborgd. De zorgverlener(s) c.q. -instelling waarover het gaat kunnen weliswaar de groepsresultaten opvragen, maar hebben op geen enkele wijze toegang tot de individueel gegeven antwoorden. Vult u deze enquête in voor iemand anders? Klik dan hier voor aanvullende informatie en instructie.
METHODOLOGISCHE ACHTERGRONDINFORMATIE
De numerieke waardes van de scores
In de berekeningen krijgen de icoontjes de waardes 0, 2½, 5, 7½, en 10. Respondenten zijn wel verplicht om op de toepasselijke hoofdonderdelen een score te geven, maar niet op (alle) items. Items waarop geen score is aangeklikt krijgen bij het versturen de waarde 7½ mee. De bijbehorende Zorgkwaliteitzoekpagina , waarop de resultaten kunnen worden uitgelezen, geeft alleen die items weer die hoger of lager dan 7½ scoren. Items die niet van toepassing zijn, waarop in principe geen scores worden gegeven, worden daar dus niet getoond.
De UCt-schaal geeft op de Zorgkwaliteitzoekpagina resultaten op drie niveaus: de totaalscore, de scores op de hoofdonderdelen en de scores op de items. De totaalscore is (wel) het gemiddelde van de scores op de hoofdonderdelen. De score op een hoofdonderdeel is echter niet het gemiddelde van de scores op de bijbehorende items. Dit is een gevolg van dat niet alle items van toepassing zullen zijn op elke zorgaanbieder, en dat in de scores ook het belang dat de cliënten aan de items hechten tot uiting komt.
Waardering plus belangrijkheid
Op welke items een zorgaanbieder actie zou moeten ondernemen (verbeteren of juist reclame mee maken) zou niet alleen afhankelijk moeten zijn van de waardering, maar ook van het belang dat cliënten hechten aan de items. Er zijn vier manieren om dat belang te bepalen:
Men verplicht op alle items een waarderings- en een belangscore te geven. Dat is op zich een accurate manier, en voor enquêtes met weinig vragen een geschikte manier. Echter dient men wel zeker te weten dat de vragen de gehele lading qua cliëntervaring dekken. Ook zouden enquêtes concrete verbeter- en complimentpunten op moeten leveren, wat bij weinig vragen vaak aanvullend onderzoek vergt.
Men neemt één vraag als referentiepunt op (bijv. 'In hoeverre zou u deze zorgaanbieder aanbevelen aan anderen?'), en analyseert in welke mate de antwoorden op de andere vragen het antwoord op de referentievraag beïnvloeden. Dat is in principe ook een accurate manier, maar men heeft er een statistiekprogramma voor nodig, zo niet een statisticus. En de analyse dient regelmatig herhaald te worden, omdat cliëntwensen en producten/diensten veranderen.
Men doet onderzoek bij een groep cliënten om te weten te komen wat men belangrijk vindt. Ook dat is in principe een accurate manier, mits dat middels een open vraagstelling gebeurt ('Wat vindt u belangrijk?'). Echter dient de groep groot genoeg én een afspiegeling van de vaak verschillende soorten cliënten te zijn. Daarbij dient ook zo'n onderzoek periodiek herhaald worden.
Men neemt alle redelijkerwijs denkbare items op en vraagt respondenten om alleen op de (van toepassing zijnde) items een score te geven als men daarop een score wil geven. Respondenten zullen dan voornamelijk slechts op die items scores geven die ze belangrijk vinden, en op items die ze wellicht wat minder belangrijk vinden maar waarvan ze vinden dat er uitzonderlijk op gepresteerd wordt. (Beiden zijn reden voor actie door de zorgaanbieder.)
De UCt-schaal maakt gebruikt van de laatste manier. Door daarbij per onderdeel eigen, open items op te nemen en de antwoorden daarop periodiek te bezien, is een periodiek herhaalonderzoek van de voorgaande methoden niet nodig. Tezamen met een indeling in (hoofd)onderdelen en bepaalde webtechnieken resulteert dit in het drop-down, all-covering but optional-systeem (DABOTM), welk tevens maakt dat de schaal zeer snel in te vullen is. Hetgeen zeer belangrijk is, zoals hierna beargumenteerd wordt.
Korte invultijd is belangrijk
Des te groter de onderzoeksgroep, des te kleiner hoeft het responsepercentage te zijn om toch een representatief beeld te krijgen. Bij uitkomstmeting, en dus cliënttevredenheidsmeting, dient echter een koppeling gemaakt te worden met diagnoses. Anders zijn de resultaten te weinig bruikbaar.
Er zijn immers veel aandoeningen die relatief weinig voorkomen. Per zorgaanbieder(vestiging) wordt de groep cliënten met eenzelfde laagprevalente aandoening dan al snel zo klein dat iedereen de enquête zou moeten invullen. Er zijn bijvoorbeeld al verpleeghuizen met niet meer dan 17 kamers, waarvan de cliënten verschillende hoofdaandoeningen hebben.
Daar komt bij dat het aantal enquêtedeelnameverzoeken in het algemeen, inclusief telefonische enquêtes, in de laatste jaren enorm is gestegen, waardoor de bevolking in toenemende mate enquêtemoe wordt. Om te zorgen dat de zorgenquêtes bij laagprevalente aandoeningen daar niet (verder) onder komen te lijden dienen de enquêtes snel in te vullen zijn. De UCt-schaal voldoet hieraan, met behoud van volledigheid voor die cliënten die meer feedback willen geven.
Confoundercorrectie
De UCt-schaal corrigeert voor de volgende confounders:
Leeftijd.
Geslacht.
Indien van toepassing: de mate van (on)vrijwilligheid van de cliënt qua langdurig verblijf in de zorginstelling in kwestie.
Indien van toepassing: de mate waarin de cliënt het (on)eens is met de soort en hoeveelheid thuiszorg die men krijgt.
De mate waarin de conditie van de cliënt zijn/haar kwaliteit van leven negatief beïnvloedt.
In hoeverre men (een deel van) de zorg in kwestie zelf dient te betalen.
Het opleidingsniveau van de respondent.
Het vermogen van de respondent om te kunnen communiceren met de zorgverlener(s).
De mate waarin de cultuur en waarden & normen van de respondent overeenkomen met de algemeen Nederlandse.
De mate van privacy die de respondent had bij het invullen. Deze vraag dient ook ter controle of ingeval van langdurig verblijf de zorgaanbieder de respondent die privacy geeft, hetgeen verplicht is.
Validering
Informatie over de validering van de UCt-schaal is verkrijgbaar via .
Verdere informatie
Voor meer informatie over tevredenheidsmeetinstrumenten in de zorg, zie Cliënttevredenheidsmeting . Daar vindt men o.a. analyses van de Consumer Quality Index (CQI) en de Zorgkaart Nederland.
Methodologische achtergrondinformatie
Voor methodologische achtergrondinformatie bij het meten van de cliënttevredenheid klikt u hier.
Versiehistorie
V. 1.1: introductietekst ingekort.
V. 1.2: vraagnummers verborgen (klik hier om ze [on]zichtbaar te maken); broncode geoptimaliseerd.
V. 1.3: uitleg over resultatenberekening toegevoegd; enkele vragen geherformuleerd.
V. 1.4: etnisch-culturele vraag onder D geherformuleerd; resultatenberekening gewijzigd en aangevuld tot algemene achtgrondinformatie; enkele functies gewijzigd.
V. 2.0: enkele vragen verwijderd, toegevoegd of gesplitst; diverse vragen geherformuleerd; volgorde van diverse vragen gewijzigd; tekst van achtergrondinformatie geredigeerd.
V. 2.1: naam gewijzigd in Universele Consumenttevredenheidsschaal (UCt-schaal); invulinstructie eigen items gewijzigd; 'langdurig verblijf' gedefinieerd; tekst van achtergrondinformatie geherformuleerd.
V. 2.2: vraag over eigen betalingen aan D-gedeelte toegevoegd (= confounder); enkele items van volgorde veranderd of geherformuleerd; achtergrondinformatie uitgebreid; storing in de controle qua correcte invulling verholpen.
V. 3.0: geschikt gemaakt voor ook de extramurale care (confoundervraag over het [on]eens zijn met de [vergoede] soort en hoeveelheid zorg toegevoegd aan D-sectie); vragen over kwaliteit van leven door de conditie en (on)vrijwillig verblijf in zorginstelling toegevoegd aan D-sectie (= ook nieuwe confounders); indeling introductietekst gewijzigd; titel van de toelichting gewijzigd in 'Methodologische achtergrondinformatie'; paragraaf 'Confoundercorrectie' daaraan toegevoegd; enkele items samengevoegd, gewijzigd, toegevoegd en/of van positie verwisseld; gebruiksvriendelijkheid invoervelden verbeterd.
V. 3.1: fout in de (controle van de) activatiecode verholpen; vraag aan B4 toegevoegd; twee vragen van B5 naar B4 verplaatst.
V. 3.2: aanvullende info toegevoegd ingeval men de enquête voor iemand anders wil invullen; begeleidende tekst op enkele punten gewijzigd.
V. 3.3: instructietekst uitgebreid.
V. 3.4: naam gewijzigd in Universele Cliënttevredenheidsschaal; item toegevoegd aan 'B3. De communicatie van de zorgverlener(s) met de cliënt'.