Gezonde Zorg
Text logo image
Organisatie en financiering van een kosteneffectieve,
patiënt- en zorgverlenersvriendelijke en faire zorg
A- A A+
Printer icon

Het Zzp 3-recht afgeschaft v. 1.10

Op 1 januari 2014 is, na een jaar uitstel, het recht op een plaats in een verzorgingshuis afgeschaft voor ouderen die een indicatie zorgzwaartepakket (Zzp) 3 hebben. Ze zijn in jargon geëxtramuraliseerd. Er zijn in totaal 10 zorgzwaartepakketten. De pakketten variëren van enige begeleiding tot opname in een instelling voor palliatief-terminale zorg (palliatief = symptoomverlichtend).

De conditie van ouderen met een Zzp 3-indicatie kenmerkt zich door serieuze beperkingen en gebreken, en staat uitgebreid beschreven op pagina 10 van dit 2011-indicatiedocument van het ministerie van VWS. Samengevat heeft deze groep ouderen:

Men heeft dus semi-intensieve zorg nodig, en de indicatiestelling zelf is niet veranderd sinds 2011. De genoemde Zzp's zijn slechts geëxtramuraliseerd.

De extramuralisatie is weliswaar per 1-1-2014 ingegaan, maar het wetsvoorstel daartoe werd al opgesteld door het demissionaire kabinet-Rutte I. De toenmalige staatssecretaris van VWS Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (CDA) schreef op 12 september 2012 een brief aan de Tweede Kamer waarin het volgende te lezen was:

Dat moge een valide redenering lijken maar dat is het niet. Het feit dat ouderen zelf langer thuis willen blijven wonen klopt op zich. Het aantal ouderen in verzorgingshuizen neemt zelfs al decennia lang sterk af, in relatieve zin zelfs zeer sterk:

Dan is het niet nodig zijn om ook nog de genoemde Zzp-rechten af te schaffen. Weliswaar kent Nederland een sterk vergrijzende leeftijdsopbouw (pop-up; zie verder voor opties hoe dat financieel op te vangen), maar dat maakt de redenering nog niet logisch. Verder mag Zzp 3 niet "licht" genoemd worden en wordt het "recht op zorg" de facto sterk beperkt.

Iets verderop schreef de staatssecretaris:

Dat zijn een eufemisme en een verkeerde gevolgtrekking in één zin:

  1. Het bevordert niet dat mensen langer de regie over hun eigen leven kunnen voeren, ze worden ertoe gedwongen. Het WMO-budget verhogen, dat bevordert het kunnen.
  2. Er zal geen groter extramuraal woon- en zorgaanbod ontstaan, er zal een grotere vraag naar komen. Dat aan die grotere vraag — tijdig — voldaan zou worden werd niet geregeld in het wetsvoorstel, noch als voorwaarde gesteld.

De staatssecretaris meldde ook nog dat ze overleg had gehad met o.a. de cliëntenorganisaties en gemeenten, en dat die ermee instemden. Maar die waren dan kennelijk niet bij de les en/of te gedienstig. De enige logische redenering — die tot een heel andere politiek zou hebben geleid — is de volgende:

De lezer vergeve me het doortrekken van de redenering. En er waren helemaal niet zulke voorstellen. Althans qua koppelingsvoorstel niet met terugwerkende kracht en niet aan de gehele vergrijzende leeftijdsopbouw (pop-up). Alleen aan de levensverwachting, als dat voorstel er al was. Ook was — en is — er geen sprake van verhoging van de pensioenpremie, zelfs van verlaging. Verder was er ook niet zo'n voorstel m.b.t. de uitkeringsproblematiek.

Zorgbeschouwingen dienen evenwel de gevolgen in hun diverse aspecten in acht te nemen. Dat gedaan en een reële financieringsmethode aangereikt hebbende, moet de conclusie luiden dat het extramuraliseren onnodig was, en qua in ieder geval Zzp 3 onverantwoord.

(Zie voor meer over de ouderenzorg de gelijknamige pagina, Zorgsparen en De Participatiesamenleving.)


*Men kan dat gegeven er op de volgende manieren bij betrekken:

  1. Maximeer de gezamenlijke bijstandsuitkering indien meerdere uitkeringen op één adres worden genoten (wat overigens bij echtparen en samenwonenden al het geval is).
  2. Verscherp de controle op zwartwerken en andere vormen van uitkeringsfraude.
  3. Verruim zo nodig de voorwaarden voor vrijwilligerswerk voor uitkeringsgerechtigden.
  4. Verlaag de werkgeversbelastingen en -premies zodat ze meer mensen kunnen aannemen.
  5. Creëer (weer) Melkertbanen of iets soortgelijks. Dat kan op twee manieren:
    1. Geef het uitkeringsgeld aan werkgevers als ze mensen in dienst nemen die ze anders niet in dienst hadden kunnen nemen — bijvoorbeeld omdat er onvoldoende WMO-budget is.
    2. Laat de uitkeringsgerechtigden in de uitkering en laat de werkgever die uitkering aanvullen tot minimaal het minimumloon bij een volledige werkweek.

Punten 3, 4 en 5 dienen in zijn algemeenheid beperkt te worden tot banen die direct of via de werkgever gefinancierd worden door de rijks- of lokale overheden, en in deze context tot banen in de zorg in het bijzonder. Mengvormen en per deelsector verschillende toepassingen zijn uiteraard ook mogelijk. Een en ander zou landelijk geregeld moeten worden, omdat gemeentelijke verschillen om verschillende redenen ongewenst zijn, en gemeentelijk maatwerk met de bovenstaande opties zeer goed mogelijk is.

Indien een of meer maatregelen per saldo geld zouden kosten zou ter compensatie daarvan de inkomstenbelasting op de hoge inkomens verhoogd moeten worden.

Versiehistorie (laatste vijf versies; meer)

  1. V. 1.1: alternatieve redeneringsquote ingekort; tekst op punten geredigeerd.
  2. V. 1.2: tekst op punten gewijzigd c.q. geredigeerd.
  3. V. 1.3: cijfers uitkeringsgerechtigden geredigeerd; voetnoot toegevoegd.
  4. V. 1.4: voetnoot uitgebreid.
  5. V. 1.5: voetnoot uitgebreid en geredigeerd.
  6. V. 1.6: voetnoot uitgebreid; stelling t.a.v. landelijke regelgeving toegevoegd.
  7. V. 1.7: alinea over eenzaamheid toegevoegd.
  8. V. 1.8: omschrijving conditie van ouderen met een Zzp 3-indicatie toegevoegd.
  9. V. 1.9: voetnoot gewijzigd; alinea over eenzaamheid verwijderd; tekst op punten geredigeerd.
  10. V. 1.10: tekst op punten geredigeerd; uitkeringscijfers gecorrigeerd c.q. uitgesplitst.

Voor meer informatie over de versienummering, zie Introductie. De woordafbreking op deze site is geautomatiseerd, wat fouten kan opleveren. Voor contactinformatie zie Colofon/contact/CV. Deze site is gecreëerd door Frank Conijn.