Onderzoek door het NIVEL in 2009 liet zien dat het toenmalige eigen risico, € 155, een verwaarloosbaar zorgvraagremmend effect had (1). Dat is niet merkwaardig, want voor het voorkómen van onnodig bezoek aan de tweede lijn, die het overgrote deel van de curatieve kosten opslokt, bestaat al goed werkend systeem: de huisarts in de rol van poortwachter. En huisartsbezoek viel — en valt nog steeds — buiten het eigen risico.
Het onderzoeksrapport stelde op basis van interviews dat bij een eigen risico van (veel) meer dan € 300 er wel een remmend effect te verwachten zou zijn. Of dat ook per saldo een besparing oplevert moet echter sterk betwijfeld worden. Als men het advies van de huisarts om naar een specialist te gaan niet opvolgt omdat dat honderden euro's eigen risico kan gaan kosten, is er een gerede kans dat de medische kosten later veel hoger zullen zijn.
Ook is het eigen risico, dat inmiddels (2015) verhoogd is naar € 375, een weinig sociale maatregel. De nierdialysepatiënt met een verder zuinig zorgvraaggedrag betaalt elk jaar toch € 375 extra. En zo zijn er nog talloze patiënten, terwijl het (primaire) doel van het eigen risico is, in ieder geval zou moeten zijn, om overmatig zorgvraaggedrag te remmen.
Tegelijkertijd is het qua effectiviteit een gebrekkige maatregel. Nadat het eigen risico geconsumeerd is, zit er voor de mensen met een wel overmatig zorgvraaggedrag voor de rest van het jaar geen enkele rem meer op. Hetgeen resulteert in onnodige zorgconsumptie door 12,5% van de mensen.
Een socialer en effectiever alternatief is redelijke eigen bijdragen alleen voor zelfverwezen/zelfvoorgeschreven zorg. Zoals daar zijn: bezoek aan de spoedeisende hulp (SeH), de huisartsenpost en de huisarts, zonder terugkom- of (terug)verwijsbrief van een arts. Door daar bijv. respectievelijk € 30 tot € 60, € 15 tot € 30 en € 5 tot € 10 voor te vragen wordt overmatig zorgvraaggedrag geremd, terwijl (terugkom)bezoek dat nodig wordt geacht door een arts geheel vergoed blijft.
Dergelijke eigen bijdragen kunnen zeer substantiële besparingen opleveren. Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld meer dan de helft van de bezoekers aan de SeH zelfverwijzers zijn, en dat 60% daarvan zichzelf ten onrechte naar de SeH verwijzen.
Bij de bezoeken aan de huisartsenposten is het totale percentage bezoekers met niet-spoedeisende klachten maar liefst 80%. Terwijl het wachttijdenprobleem zich daar zo goed als overal zal voordoen. Tenzij er sprake is van overcapaciteit, maar dat is dan onnodig duur.
Verder is er in gemiddeld bijna 3 op de 10 consulten op het normale huisartsspreekuur sprake van overmatig zorgvraaggedrag. En 83% van de huisartsen is het inmiddels helemaal of gedeeltelijk eens met de stelling dat patiënten meer aan zelfzorg zouden moeten doen.
Ook vindt al bijna de helft van de Nederlanders een eigen bijdrage van € 10 voor huisartsbezoek acceptabel. Een percentage dat vrij makkelijk de 80% kan benaderen als tegelijkertijd het eigen risico wordt afgeschaft.
Tot slot zullen bij een eigen bijdrage voor regulier huisartsbezoek de huisartsen meer tijd krijgen voor de echt zorgbehoevende patiënten, waardoor het beroep op de dure tweede lijn kan dalen. Het mes snijdt dus aan twee kanten.
De minister van VWS stelde in een brief van juni 2013 aan de Tweede Kamer dat ze afzag van de in het regeerakkoord aangekondigde € 50 eigen bijdrage voor zelfverwijzers naar de SeH. Haar verklaring ervoor is echter een zelfgecreëerde cirkelredenering — omdat SeH voor zelfverwijzers niet in het basispakket zit kan er geen eigen bijdrage voor gevraagd worden, maar tegelijkertijd wil ze die SeH niet in het basispakket opnemen.
Daar komt bij dat die SeH bijna twee jaar na haar brief nog steeds gewoon vergoed wordt door de zorgverzekeraars. Vanuit de basisverzekering, net zoals dat altijd het geval is geweest. De redenering van de minister is dus ook feitelijk onjuist. Redelijkerwijs gesproken is een eigen bijdrage voor zelfverwezen SeH derhalve gewoon mogelijk.
Het lijkt er meer op dat de minister een reden heeft gezocht voor het intrekken van de eigenbijdragemaatregel. Wellicht heeft ze zich laten leiden door de zorgverzekeraars, die in deze eigen bijdrage een extra administratieve belasting zagen. Administratie is echter een kernactiviteit van de zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars ontlenen hun bestaansrecht zelfs voor een deel aan de noodzaak tot administreren.
Een andere mogelijkheid is dat de eigen bijdrage door coalitiegenoot PvdA als te veel werd geacht voor haar achterban. Dat is het goed recht van een politieke partij, maar als de PvdA ervoor had gekozen om in plaats van het intrekken de verhoging van het eigen risico niet door te laten gaan, of terug te laten draaien, had ze deze situatie kunnen voorkomen.
De minister stelt in haar brief dat triage en verdere integratie van huisartsenposten met de SeH een even grote besparing zal opleveren als de eigen bijdrage. Echter, triage op de SeH levert toch een kostenpost op, en een onwerkbare situatie. Immers, dan dient de SeH-arts de patiënt toch te zien, om hem/haar dan vervolgens te moeten vertellen dat h/zij met die klacht zich dient te vervoegen bij de huisarts(enpost).
Een triageverpleegkundige kan dat niet doen, al was het alleen maar om juridische aansprakelijkheidsredenen. En als gaat om triage over de telefoon is de kans groot dat de onterechte zelfverwijzers niet van tevoren bellen. Ook is de kans groot dat zelfverwijzers naar de SeH door de SeH zelf behandeld worden omdat dat inkomsten voor de betreffende SeH betekent.
Verder is op het platteland (verdere) integratie van de huisartsenposten met de SeH zeer ongewenst. De kwaliteit van de huisartsenzorg gaat wezenlijk achteruit als men voor het laten hechten van een snijwond in de avonduren eerst 15 kilometer moet reizen. Zeker voor ouderen. Hetgeen nog meer gaat spelen als het aantal SeH's beperkt gaat worden, een wens van zowel de zorgverzekeraars als de minister.
Daar komt bij dat waar voorheen de dienstdoende plattelandshuisarts huisbezoeken met de eigen auto of zelfs de fiets aflegde, tegenwoordig de artsen vanuit de huisartsenposten met speciaal daarvoor aangeschafte auto's — met chauffeur — erheen gereden (moeten) worden. Die kosten rekent de minister wellicht niet mee.
Er wordt soms gesteld dat de administratieve lasten van eigen bijdragen net zo groot zijn als de opbrengsten. Dat is gebaseerd op de aanname dat de extra arbeid die ermee gepaard gaat geleverd moet worden door extra personeel. Elke huisarts(praktijk) heeft echter al minstens één assistente, waar men zich sowieso dient te melden. Hetzelfde geldt voor de SeH.
Daarbij hoeft de administratieve handeling met de huidige automatiseringsmogelijkheden niet meer te zijn dan een extra klik met de computermuis. De zorgverzekeraars, voor wie administratie een deel van hun bestaansrecht vormt en die nu ook al het eigen risico verrekenen met hun klanten, kunnen dan de eigen bijdragen innen.
Ook wordt soms gesteld dat eigen bijdragen in het verleden niets hebben opgeleverd in de zin van zorgvraagremming. Dat klopt op zich, maar dat is logisch omdat die bijdragen de vorm hadden van het specialistengeeltje ('geeltje' is een oude term voor een briefje van 25 gulden) en de medicijnenknaak (2,50 gulden).
Zowel een verwijsbrief naar de specialist als een medicijnenrecept krijgt men van de (huis)arts, dus de poortwachterfunctie deed hier ook al zijn werk. Daar was dus geen sprake van zelfverwezen of zelfvoorgeschreven zorg.
Diverse politieke partijen willen een inkomensafhankelijk eigen risico. Afhankelijk van de cijfers kan dat soelaas bieden voor de laagste inkomens, maar om de volgende redenen is het verre van ideaal:
Het eigen risico dient in de ogen van sommigen nog een tweede doel: bewustwording van de hoge kosten van goede zorg. Dat is op zich een goed en nodig streven, maar daarvoor is een veel effectievere methode.
De AWBZ-bijdrage zit nu verborgen in de inkomstenbelasting, is dus niet zichtbaar op het maandelijkse inkomensoverzicht (loonstrook of uitkeringsoverzicht). Daarbij worden de AWBZ-uitgaven voor bijna een kwart direct betaald uit de algemene middelen, dus niet uit die bijdragen. Er zou een kostendekkende AWBZ-premie moeten komen, onder verlaging van de inkomstenbelasting. Die vervolgens duidelijk vermeld wordt op het maandelijkse inkomensoverzicht, tezamen met de werkgeversbijdrage indien van toepassing.
Wellicht dient dit voor uitkeringsgerechtigden op een andere manier gedaan te worden, maar het principe is: netto-inkomensneutraliteit voor de burgers, onderwijl een duidelijk vermelde en kostendekkende AWBZ-premie creërende.
Ook wordt soms gesteld dat een eigen risico stimuleert om gezond te leven. Ook dat is op zich een goed streven, maar ook daarvoor is een methode die veel effectiever is: een korting op de zorgverzekeringspremies als men gezond eet en voldoende beweegt; zie voor details daarvan Preventiebeleid.
Het vrijwillige eigen risico kan gewoon blijven bestaan. Het enige waar zorgverzekeraars voor zouden moeten oppassen is dat er wellicht mensen zijn die een laag inkomen hebben, een zeer hoog eigen risico nemen om daarmee een zeer lage premie te hoeven betalen, maar vervolgens het geconsumeerde eigen risico niet kunnen betalen.
Datum laatst bijgewerkt: 25-6-2018. Om server-technische redenen is de vroegste datum 10-6-2018. Voor meer informatie over de versienummering, zie Introductie. De woordafbreking op deze site is geautomatiseerd, wat fouten kan opleveren. Voor contactinformatie zie Colofon/contact/CV. Deze site is gecreëerd door Frank Conijn.