Gezonde Zorg
Text logo image
Organisatie en financiering van een kosteneffectieve,
patiënt- en zorgverlenersvriendelijke en faire zorg
A- A A+
Printer icon

Zorg­con­cen­tra­tie v. 4.0.1

In­lei­ding

Plan­nen van de zorg­ver­ze­ke­raars

Het Ge­mi­ni Zie­ken­huis in Den Hel­der heeft plan­nen om de spoed­ei­sen­de car­di­o­lo­gi­sche zorg af te sto­ten. Die pa­ti­ën­ten zou­den dan naar het 44 ki­lo­me­ter ver­der­op ge­le­gen Me­disch Cen­trum Alkmaar moe­ten, het­geen het eerst­vol­gen­de zie­ken­huis is. En het Ge­mi­ni lijkt ook te stop­pen met de spoed­ei­sen­de zorg voor be­roer­tes, (even­eens) door op­ge­leg­de re­or­ga­ni­sa­tie­plan­nen.

De­zelf­de plan­nen voor­zien in het zo goed als ge­heel slui­ten van de spoed­ei­sen­de hulp (SeH) van het Wa­ter­land Zie­ken­huis in Pur­me­rend. Het Wa­ter­land is het eni­ge zie­ken­huis in Pur­me­rend en om­stre­ken, waar­bij Pur­me­rend en Vo­len­dam sa­men al meer dan 100.000 in­wo­ners heb­ben. Bij slui­ting van de SeH moe­ten de in­wo­ners van Vo­len­dam 25 mi­nu­ten rij­den, naar Hoorn, Zaan­dam of Am­ster­dam.

Ook voor­zien de plan­nen in het slui­ten van de SeH van het eni­ge Zoe­ter­meer­se zie­ken­huis, het Lan­ge­Land. Zoe­ter­meer is een ge­meen­te met 123.000 in­wo­ners, en daar ko­men nog en­ke­le plat­te­lands­ge­meen­ten ten noor­den, oos­ten en zui­den bij, als be­die­nings­ge­bied.

De bo­ven­staan­de voor­beel­den zijn slechts en­ke­le spraak­ma­ken­de, die deel uit­ma­ken van een al­om­vat­tend lan­de­lijk plan Spoed­zorg­con­cen­tra­tie. Al­le plan­nen be­tref­fen (ook) aan­doe­nin­gen die acuut ern­stig be­drei­gend zijn voor de kwa­li­teit van le­ven en re­gel­ma­tig het le­ven zelf. Waar­bij op­ge­merkt dat één jaar in een ver­pleeg­huis ten­ge­vol­ge van een niet-tij­dig be­han­deld zwaar her­sen­in­farct tus­sen de € 50.000 en € 80.000 kost, en die pa­ti­ën­ten re­gel­ma­tig nog een flink aan­tal jaar le­ven.

Po­li­tiek is ver­ant­woor­de­lijk

De plan­nen zijn op­ge­legd door de zorg­ver­ze­ke­raars, maar de po­li­tiek is de hoofd­ver­ant­woor­de­lij­ke, zo niet de drij­ven­de kracht er­ach­ter. De mi­nis­ter van VWS stel­de dat zie­ken­hui­zen hun SeH ge­brui­ken als mar­ke­ting­tool om pa­ti­ën­ten bin­nen te ha­len. Die stel­ling is ech­ter een mi­nis­ter on­waar­dig, want zie­ken­hui­zen doen he­le­maal niets om SeH-pa­ti­ën­ten bin­nen te ha­len. Zij ne­men slechts pa­ti­ën­ten op die zich mel­den of door am­bu­lan­ces aan­ge­bracht wor­den, en al­leen als dat no­dig is.

Ook stel­de de mi­nis­ter im­pli­ciet dat de helft van de SeH's dicht kon. Wel­is­waar stel­de ze dat de maxi­ma­le am­bu­lan­ce­rij­tijd van 45 mi­nu­ten (van 112-mel­ding tot af­le­ve­ren) ge­waar­borgd moest blij­ven, maar voor acuut hart­fa­len en voor­al be­roer­tes en ern­sti­ge in­wen­di­ge bloe­din­gen moet die rij­tijd kor­ter (zie la­ter hoe dat re­a­li­seer­baar is met toch een kos­ten­be­spa­ring).

Ver­der wei­ger­de ze, op ba­sis van ge­zoch­te ar­gu­men­ten, om de in het re­geer­ak­koord af­ge­spro­ken ei­gen bij­dra­ge van € 50 voor zelf­ver­we­zen be­zoek aan de SeH ten uit­voer te bren­gen. Daar­mee had veel geld be­spaard kun­nen wor­den. In op­dracht van de mi­nis­ter ont­wik­kel­den de zorg­ver­ze­ke­raars ver­vol­gens hun re­or­ga­ni­sa­tie­plan­nen voor de SeH. Voor de SeH is hen door de Ne­der­land­se Zorg­au­to­ri­teit toe­stem­ming ge­ge­ven om ge­za­men­lijk zorg in te ko­pen.

Zorg­con­cen­tra­tie niet prin­ci­pi­eel ver­keerd

Zorg­con­cen­tra­tie is on­der be­paal­de om­stan­dig­he­den wen­se­lijk, re­gel­ma­tig zelfs no­dig om de zorg be­taal­baar te hou­den. Maar schok­kend is de ma­nier waar­op men ook de su­per­spoed­ei­sen­de hulp (SseH) wil con­cen­tre­ren. Ter­wijl zelfs een ge­bro­ken en­kel nog iets heel an­ders is dan een in­farct of ern­sti­ge in­wen­di­ge bloe­ding.

Als men daar al zo mak­ke­lijk mee om­gaat, moet ver­wacht wor­den dat men geen in­zicht heeft in de re­gels van kos­ten­ef­fec­tie­ve (= goe­de zorg voor een goe­de prijs?) zorg­con­cen­tra­tie. Met mo­ge­lijk gro­te ge­vol­gen voor de zorg in Ne­der­land in zijn al­ge­meen­heid. Een zorg­con­cen­tra­tie­ma­trix, door het par­le­ment aan te ne­men en aan te mer­ken als be­leids­lei­draad, is dus wen­se­lijk, zo niet no­dig.

Con­cen­tra­tie­ma­trix

Vra­gen van groot be­lang

Een ma­trix is een ta­bel of stroom­di­a­gram/be­slis­boom/al­go­rit­me of com­bi­na­tie daar­van waar­in be­paal­de vra­gen ge­steld wor­den. De ant­woor­den daar­op lei­den tot be­paal­de con­se­quen­ties. Het ty­pe con­se­quen­tie is hier: de ge­wens­te af­stand van elk punt in Ne­der­land tot de dichtst­bij­zijn­de zorg­aan­bie­der voor een be­paal­de aan­doe­ning of con­di­tie.

Om­dat de­ze pa­ra­graaf een al­ge­me­ne con­cen­tra­tie­ma­trix biedt voor de ge­he­le zorg is het niet mo­ge­lijk om al­le af­stan­den te con­cre­ti­se­ren. Een in­ge­vul­de ma­trix kan dus niet ge­ge­ven wor­den. De af­stan­den zou­den even­wel pri­mair be­paald moe­ten wor­den met be­hulp van de vol­gen­de vra­gen:

  1. Hoe spoed­ei­send is de aan­doe­ning of het let­sel?
  2. Hoe ver is de eerst­vol­gen­de (an­de­re) zorg­aan­bie­der?
  3. Hoe vaak komt de aan­doe­ning/con­di­tie voor en hoe groot is de po­pu­la­tie die de zorg­aan­bie­der be­dient?
  4. In hoe­ver­re is uit­zon­der­lij­ke zorg (zeer du­re ap­pa­ra­tuur, een uit­zon­der­lijk spe­ci­a­lis­me, bij­zon­de­re vaar­dig­heid of com­bi­na­tie daar­van) no­dig?
  5. Hoe in­ten­sief is de zorg in ter­men van tijds­duur, aan­tal in-per­so­na zorg­mo­men­ten en in­tra- of ex­tra­mu­ra­li­teit?

Daar­bij zou het prak­ti­sche doel in eer­ste in­stan­tie moe­ten zijn: de kwa­li­teit van de zorg, in­clu­sief de be­reik­baar­heid. Om ver­vol­gens te zien hoe met be­houd van kwa­li­teit er kos­ten be­spaard kun­nen wor­den.

Vra­gen van re­la­tief be­lang

De kwa­li­teit van de zorg­aan­bie­ders is ook van be­lang, maar die is tot op ze­ke­re hoog­te va­ri­a­bel. Zorg is voor­na­me­lijk men­sen­werk, en men­sen kun­nen met pen­si­oen gaan, zelf van werk­kring ver­an­de­ren, bij­ge­schoold wor­den, meer er­va­ring op­doen, en aan­ge­vuld of ver­van­gen wor­den.

Ver­der kun­nen (af­de­lin­gen van) zorg­aan­bie­ders uit­ge­breid en in­ge­krom­pen wor­den, zelfs al is dat qua huis­ves­ting niet al­tijd mak­ke­lijk. De groot­te van een zorg­aan­bie­der(af­de­ling) is dus ook van re­la­tief be­lang. Wat die stel­ling on­der­steunt is dat het zeer klei­ne Slo­ter­vaart­zie­ken­huis Ne­der­lands bes­te SeH voor be­roer­tes lijkt te heb­ben. (Zie de­ze pa­gi­na voor meer stel­ling-on­der­steu­nend be­wijs in de vorm van we­ten­schap­pe­lijk on­der­zoek.)

De­zelf­de re­la­ti­vi­teit geldt voor het kos­ten­as­pect. Als een ge­lijk­soor­ti­ge zorg­aan­bie­der aan­toon­baar de­zelf­de kwa­li­teit voor een aan­mer­ke­lijk la­ge­re prijs kan le­ve­ren, kan de zorg­fi­nan­cier (= zorg­ver­ze­ke­raars of over­heid) re­la­tief mak­ke­lijk die prijs ook bij an­de­re zorg­aan­bie­ders be­din­gen.

De spoed­zorg­con­cen­tra­tie

De me­di­sche ach­ter­gron­den

Bin­nen de SeH be­staat een me­di­sche SseH-ca­te­go­rie: be­roer­tes, ern­sti­ge bloe­din­gen (voor­al in­wen­di­ge) en acuut hart­fa­len (zie ver­der voor acu­te pro­ble­men rond de ge­boor­te). In Ne­der­land be­staan be­roer­tes voor zo'n 90% uit her­sen­in­farc­ten (in­clu­sief TIA's), de rest uit -bloe­din­gen. Ver­stik­king is ook su­per­spoed­ei­send, maar tij­di­ge hulp daar­bij kan mees­tal al­leen ge­ge­ven kan wor­den door om­stan­ders met EHBO-ken­nis.

Am­bu­lan­ce­per­so­neel en huis­art­sen kun­nen pa­ti­ën­ten met be­roer­tes en ern­sti­ge in­wen­di­ge bloe­din­gen niet of nau­we­lijks be­han­de­len. Bij her­sen­in­farc­ten be­staat de zie­ken­huis­be­han­de­ling uit een stol­sel­op­los­send mid­del (trom­bo­ly­ti­cum), maar dat is bij -bloe­din­gen ge­con­tra­ïndi­ceerd. Het on­der­scheid tus­sen die twee kan met de hui­di­ge tech­nie­ken al­leen ge­maakt wor­den m.b.v. een CT- of MRI-scan.

Er wordt soms ge­dacht dat als men bin­nen 4,5 uur na het op­tre­den van een her­sen­in­farct een trom­bo­ly­ti­cum toe­dient men her­sen­scha­de ge­heel voor­komt, maar dat is een mis­vat­ting. Na 4,5 uur heeft het geen zin meer, en des te eer­der men het toe­dient, des te meer men scha­de voor­komt: ti­me = brain.

Bij acuut hart­fa­len, dat de fac­to mees­tal be­staat uit fi­bril­le­ren als ge­volg van een in­farct of pro­gres­sie­ve rit­me­stoor­nis, kan het am­bu­lan­ce­per­so­neel de­fi­bril­le­ren. Dat heeft ech­ter be­per­kin­gen. Ten eer­ste wordt daar­mee een trom­bus niet ver­wij­derd en keert het fi­bril­le­ren re­gel­ma­tig te­rug. Ten twee­de is uit on­der­zoek ge­ble­ken dat (ook) voor co­ro­nair dot­te­ren geldt: ti­me = li­fe.

Een hart­in­farct kan ook be­han­deld wor­den met een trom­bo­ly­ti­cum, maar ook dat is ge­con­tra­ïndi­ceerd in be­paal­de ge­val­len, waar­on­der na in­ten­sie­ve hart­mas­sa­ge. Daar­bij is de oor­zaak van het fi­bril­le­ren door am­bu­lan­ce­per­so­neel moei­lijk vast te stel­len, en zo goed als on­mo­ge­lijk bij een be­we­gen­de pa­tiënt of in een rij­den­de am­bu­lan­ce.

De maxi­ma­le rij­tijd

De maxi­ma­le to­ta­le rij­tijd is door de po­li­tiek vast­ge­steld op 45 mi­nu­ten — van mel­ding bij de alarm­cen­tra­le tot af­le­ve­ren bij een SeH-post. Al­leen voor af­ge­le­gen ge­bie­den als de Wad­den­ei­lan­den (zie ver­der) geldt de­ze eis niet.

45 mi­nu­ten mo­ge kort lij­ken, maar een aan­tal pa­ti­ën­ten met Sse-aan­doe­nin­gen zijn dan al over­le­den of heb­ben ern­sti­ge ge­zond­heids­scha­de op­ge­lo­pen. De rij­tijd voor die aan­doe­nin­gen zou dus te­rug­ge­bracht moe­ten wor­den tot 30 mi­nu­ten. Of be­ter ge­zegd, in de prak­tijk: op 30 mi­nu­ten ge­hou­den moe­ten wor­den.

De mi­nis­ter heeft de Twee­de Ka­mer in sep­tem­ber 2013 een brief ge­schre­ven met rij­tij­den. De tij­den zijn af­kom­stig uit een ana­ly­se door het Rijks­in­sti­tuut voor Volks­ge­zond­heid en Mi­li­eu­hy­gi­ë­ne (Ri­VM), op ba­sis van o.a. uit­ge­brei­de prak­tijk­me­tin­gen.

Uit de kaart op pag. 5 van de ana­ly­se blijkt dat van­af al (meer dan) 90% van de pun­ten in Ne­der­land bin­nen 30 mi­nu­ten to­ta­le rij­tijd een SeH ligt. Dat geldt niet au­to­ma­tisch ook voor 90% van de be­vol­king, want dat per­cen­ta­ge is af­han­ke­lijk van de be­vol­kings­dicht­heid in de ge­bie­den met een lan­ge­re rij­tijd.

Maar de kaart laat wel zien dat als men bo­ven­tal­li­ge SeH's op be­paal­de plaat­sen om­vormt tot al­leen-SseH's met huis­art­sen­post (Hap), in plaats van ze te slui­ten, een 30-mi­nu­ten­norm voor SseH zeer goed re­a­li­seer­baar is. Ter­wijl er toch kos­ten be­spaard kun­nen wor­den. Wat daar­bij nog kan hel­pen is dat er in de af­ge­lo­pen ja­ren een aan­tal SeH-pos­ten ge­slo­ten is, ter­wijl die zie­ken­hui­zen wel­licht ge­woon nog over de be­no­dig­de ap­pa­ra­tuur en in­ten­si­ve ca­re be­schik­ken.

De S(s)eH-pro­fie­len

Het plan van de zorg­ver­ze­ke­raars is om twee soor­ten SeH's te cre­ë­ren, al­thans ba­saal ge­zien — één soort die ge­du­ren­de dag­uren een­vou­di­ge Se-klach­ten be­han­delt, en een soort voor de meer com­plexe Se-aan­doe­nin­gen (met al­le acht poort­spe­ci­a­lis­men), die dan dag en nacht ge­o­pend is. Er zou­den ech­ter twee an­de­re soor­ten ge­cre­ëerd moe­ten wor­den: een voor al­leen Sse-aan­doe­nin­gen en een voor al­le Se-aan­doe­nin­gen.

Bei­den zou­den 24/7 ge­o­pend moe­ten zijn (blij­ven). Ver­der zou­den bij el­ke SseH een Hap moe­ten ko­men, als die er nog niet is. Men mag na­me­lijk niet ver­wach­ten dat het pu­bliek pre­cies weet welk zie­ken­huis wan­neer wat be­han­delt. (Zo­als be­ar­gu­men­teerd op Ei­gen bij­dra­gen zou­den de an­de­re Hap's juist in de pe­ri­fe­rie moe­ten blij­ven of daar­naar te­rug moe­ten ver­hui­zen.)

Ver­der lij­ken de zorg­ver­ze­ke­raars aan te stu­ren op een (zeer) be­perkt aan­tal spe­ci­a­le trau­ma-SeH's, die de ge­com­pli­ceer­de spoed­ei­sen­de ge­val­len zou­den moe­ten be­han­de­len. Ech­ter, als de re­gu­lie­re SeH's toch over al­le acht poort­spe­ci­a­lis­men be­schik­ken, is de vraag wat de meer­waar­de is van spe­ci­a­le trau­ma-SeH's.

Het be­schik­baar zijn van su­per­spe­ci­a­lis­men lijkt in dit ge­val niet op te we­gen te­gen de lan­ge­re rij­tijd, want het gaat vaak om men­sen in Sse-con­di­ties. Met al­le ri­si­co's van dien. Der­hal­ve lijkt een an­de­re pro­fi­le­ring, be­staan­de uit vol­le­di­ge SeH's en al­leen-SseH's met Hap, veel prag­ma­ti­scher.

S(s)eH-tij­den­cri­te­ria

S(s)eH's zou­den dus 24/7 ge­o­pend moe­ten zijn, met de voor hen vol­le­di­ge be­zet­ting. Ver­der zou­den ze een zo­da­ni­ge lo­gis­tiek die­nen te heb­ben, ge­hol­pen door een even­tu­e­le ver­be­te­ring van de am­bu­lan­ce­ope­ra­tie (stand­plaats en tij­dens de rit in­bel­len naar de S[s]eH), dat bin­nen een kwar­tier na aan­komst de even­tu­eel be­no­dig­de Sse-be­han­de­ling kan wor­den ge­start. Slechts in uit­zon­der­lij­ke om­stan­dig­he­den zou dat lan­ger mo­gen du­ren.

De min­der spoed­ei­sen­de ge­val­len op een SeH, of op de Hap van een SseH, zou­den na ge­mid­deld een kwar­tier na aan­komst on­der­zocht moe­ten wor­den. De ui­ter­ste be­han­del­tijd daar­van is sterk af­han­ke­lijk van de aan­doe­ning, dus daar is niet één cri­te­ri­um voor op te stel­len. Wel zou­den voor­lo­pi­ge in­ter­ven­ties als pijn­stil­ling bin­nen een half uur ge­daan moe­ten zijn, en zou de pa­tiënt in een ba­saal-com­for­ta­be­le om­ge­ving het ver­volg af moe­ten kun­nen wach­ten.

Om in­zicht te krij­gen in de tij­den zou­den pa­ti­ën­ten bij bin­nen­komst een kaart moe­ten krij­gen waar­op de tij­den en de on­der­no­men ac­ties wor­den ver­meld. Dat le­vert eni­ge ad­mi­ni­stra­tie­ve last op, maar dient wel gro­te be­lan­gen. Niet al­leen van de pa­ti­ën­ten, maar ook van het zie­ken­huis zelf. Soms kun­nen SeH-pa­ti­ën­ten zeer on­re­de­lijk zijn, wat zijn weer­slag zal vin­den in de pa­ti­ënt­te­vre­den­heids­sco­re (zie ver­der). Met de tij­den­re­gi­stra­tie kan het zie­ken­huis dan aan­to­nen dat men toch aan de ge­stel­de nor­men vol­doet.

Al­le tij­den en ac­ties zou­den zelfs ge­re­gi­streerd moe­ten wor­den, van­af het mo­ment van trau­ma of op­tre­den van eer­ste symp­to­men, tot en met de be­han­de­ling in het zie­ken­huis. De tij­den kun­nen een enor­me im­pact heb­ben op — de ui­terst in­grij­pen­de, zo­wel qua per­soon­lijk leed als qua zorg­kos­ten — be­roer­tes. (Zie voor hoe die tij­den sterk ver­be­terd kun­nen wor­den het blog Een brief die 1 mil­jard be­spaart?)

Kwa­li­teits­as­sess­ment

Zo­als op Uit­kom­stas­sess­ment be­ar­gu­men­teerd, zou de S(s)eH vrij­ge­steld moe­ten zijn van — for­meel — ziek­te­lastas­sess­ment. De re­den is dat de be­gin­me­ting (nul­me­ting) van de ziek­te­last­me­ting vaak niet mo­ge­lijk is, of te veel in­ter­fe­reert met het zorg­pro­ces. Men kan dan nog wel de re­sul­taat­me­ting doen, maar die wordt dan af­han­ke­lijk van re­gi­o­na­le om­ge­vings­va­ri­a­be­len zo­als het func­ti­o­ne­ren van de am­bu­lan­ce- en trom­bo­se­dien­sten.

Ge­zien dat de zie­ken­hui­zen mees­tal geen ei­ge­naar zijn van die dien­sten, kan men de zie­ken­hui­zen ook niet ver­ant­woor­de­lijk hou­den voor het func­ti­o­ne­ren er­van. Ver­der spe­len ook de huis­art­sen en de 112-te­le­fo­nis­ten een rol in de spoed­zorg­ke­ten. De kwa­li­teit van S(s)eH's zou dus be­paald moe­ten wor­den m.b.v. struc­tuur- en pro­ces­in­di­ca­to­ren (SEP-in­di­ca­to­ren) voor het ziek­te­last­ver­loop, en me­ting van de pa­tiënt­te­vre­den­heid.

Bij de SEP-in­di­ca­to­ren die­nen kwa­li­teits­re­gis­seurs/zorg­fi­nan­ciers er wel op te let­ten niet al te de­tail­lis­tisch te wor­den. De zorg­ver­ze­ke­raars heb­ben bij­voor­beeld voor de spoed­ei­sen­de be­roer­te­zorg kri­ti­sche pres­ta­tie-in­di­ca­to­ren (KPi's) op­ge­steld (blz. 20). Daar­bij be­schrijft men tot in de­tail hoe de in­rich­ting en het func­ti­o­ne­ren van een SeH zou moe­ten zijn. Als een zie­ken­huis op een an­de­re ma­nier toch kan ga­ran­de­ren dat bij een her­sen­in­farct bin­nen een kwar­tier de dia­gno­se­stel­ling en be­no­dig­de be­han­de­ling ge­daan wordt, zou dat ech­ter vol­doen­de moe­ten zijn.

De kos­ten­be­spa­ring

Kos­ten­be­spa­ring kan op een aan­tal ma­nie­ren ge­re­a­li­seerd wor­den:

Plan­ba­re zorg 7 da­gen/week

Men kan de (po­li)kli­ni­sche open­stel­ling voor plan­ba­re zorg van 5 naar 7 da­gen per week uit­brei­den. Dan be­nut men de spe­ci­a­lis­ten die in het week­end an­ders al­leen SeH-dag­dienst zou­den doen veel be­ter. Bij zo'n 7-daag­se open­stel­ling (7DOs) hoe­ven de spe­ci­a­lis­ten niet méér da­gen per week te wer­ken. Ze zul­len al­leen re­gel­ma­tig an­de­re da­gen dan het week­end vrij zijn. Som­mi­ge spe­ci­a­lis­ten zul­len dat niet aan­trek­ke­lijk vin­den, maar staat te­gen­over dat ze die da­gen ook echt vrij zijn, ca­la­mi­tei­ten uit­ge­zon­derd.

Het prin­ci­pe zou dan moe­ten zijn dat de S(s)eH in prin­ci­pe be­mand wordt door een of meer spoed­art­sen, die zelf al­le voor­ko­men­de SseH-be­han­de­lin­gen en klei­ne­re SeH-be­han­de­lin­gen kun­nen doen. En die over­dag de hulp van een meer ge­spe­ci­a­li­seer­de arts kan in­roe­pen.

Een 7DOs heeft als bij­ko­mend groot voor­deel dat als er in het week­end com­pli­ca­ties op­tre­den bij eer­der be­han­del­de pa­ti­ën­ten, een be­no­dig­de spe­ci­a­list veel mak­ke­lij­ker kan ko­men kij­ken. En du­re ap­pa­ra­tuur, ope­ra­tie­ka­mers en bed­den wor­den er aan­mer­ke­lijk eco­no­mi­scher mee be­nut, waar­door ook wacht­lijs­ten weg­ge­werkt kun­nen wor­den. Tot slot zul­len qua maat­schap­pe­lij­ke steun voor dit idee werk­ge­vers en wel­licht ook zelf­stan­di­ge on­der­ne­mers er blij mee zijn.

Vaat­chi­rur­gen bij­scho­len

Men kan vaat­chi­rur­gen bij­scho­len om ook trom­bo­ly­se­be­han­de­ling voor hart- en her­sen­in­farc­ten, en dot­ter­be­han­de­lin­gen voor hart­in­farc­ten te kun­nen doen. Dat ligt in het ver­leng­de van hun ei­gen spe­ci­a­lis­me. Door die bij­scho­ling ont­staan voor hart- en her­sen­in­farc­ten tel­kens twee spe­ci­a­lis­men die de be­no­dig­de be­han­de­ling kun­nen doen. Het­geen de per­so­ne­le S(s)eH-be­zet­ting bui­ten de nor­ma­le (po­li)kli­ni­sche uren aan­mer­ke­lijk eco­no­mi­scher maakt.

Men kan vaat­chi­rur­gen zelfs zo­da­nig bij­scho­len dat zij ook an­de­re acu­te hart­pro­ble­men non-ope­ra­tief kun­nen be­han­de­len. (Aan her­sen­bloe­din­gen is he­laas nog wei­nig te doen.)

Slui­ting van na­bije SeH's

Zo­als de kaart in de ge­noem­de Ri­VM-ana­ly­se laat zien, zijn er met na­me in de Rand­stad een aan­tal zie­ken­hui­zen die dicht bij el­kaar lig­gen. Ge­ge­ven dat aan de ver­eis­te maxi­ma­le rij- en be­han­del­tij­den wordt vol­daan, zou­den de SeH's van een aan­tal daar­van ge­slo­ten kun­nen wor­den. Zon­der dat daar­door de kwa­li­teit van de spoed­ei­sen­de zorg in zijn al­ge­meen­heid sig­ni­fi­cant ach­ter­uit gaat.

Het feit dat door slui­ting van de SeH een zie­ken­huis niet meer le­vens­vat­baar is, is op zich geen re­den om niet aan zorg­con­cen­tra­tie te doen. Veel zie­ken­hui­zen heb­ben na­me­lijk le­ge bed­den (1). Voor wat be­treft de Sse-zorg zou zorg­con­cen­tra­tie ech­ter be­perkt moe­ten wor­den tot de (zeer) dicht bij el­kaar lig­gen­de zie­ken­hui­zen.

Ei­gen bij­dra­gen SeH

De ei­gen bij­dra­ge van € 50 voor zelf­ver­wij­zers naar de S(s)eH zou als­nog in­ge­voerd moe­ten wor­den. Ook zou een ei­gen bij­dra­ge van zo'n € 20 voor zelf­ver­wij­zers naar de Hap in­ge­voerd moe­ten wor­den. Als te­ge­lij­ker­tijd het ei­gen ri­si­co, dat toch al wei­nig nut maar wel on­ge­wens­te bij­wer­kin­gen heeft, af­ge­schaft wordt, ont­staat er een so­ci­aal én ef­fec­tief rem­geld­sys­teem. (Zie voor de on­der­bou­wing en uit­wer­king daar­van Ei­gen bij­dra­gen.)

De Wad­den­ei­lan­den

Zo­als blijkt uit de Ri­VM-kaart is de reis­tijd naar een SeH van­af de Wad­den­ei­lan­den lan­ger dan 45 mi­nu­ten. Be­hal­ve Ter­schel­ling zelfs lan­ger dan an­der­half uur. Dat is maar ten de­le te­recht.

Ei­land­be­wo­ners kie­zen er zelf voor om op een ei­land te gaan of blij­ven wo­nen, en wo­nen er in to­taal maar 24.000 men­sen. Maar de ei­lan­den heb­ben wel een gro­te toe­ris­ti­sche waar­de voor Ne­der­land. Daar komt bij dat het aan­tal men­sen dat ver­blijft op de ei­lan­den in de zo­mer­maan­den veel gro­ter is dan 24.000. Voor die ei­lan­den zou (meer) he­licop­ter­trans­port be­schik­baar moe­ten ko­men.

Dat zou zon­der veel meer­kos­ten ge­re­a­li­seerd kun­nen door (be­te­re) sa­men­wer­king van de re­gu­lie­re trau­ma­he­licop­ter­dienst (RThd) met de pri­va­te nood­he­licop­ter­dienst van de boor­ei­lan­den. Ook is een (taak)her­schik­king van de RThd mo­ge­lijk. Er zou daar­voor een ana­ly­se ge­daan moe­ten wor­den van het (daad­wer­ke­lij­ke) nut van de hui­di­ge vier RThd-dien­sten van­uit Gro­nin­gen, Am­ster­dam, Nij­me­gen en Rot­ter­dam.

Die plaat­sen zijn im­mers over de weg re­la­tief snel be­reik­baar. De vra­gen waar de ana­ly­se zich op zou moe­ten rich­ten zijn:

Acu­te ge­boor­te­pro­ble­men

Rond de ge­boor­te (in jar­gon: pe­ri­par­tum) kun­nen voor moe­der en/of kind ook (su­per)spoed­ei­sen­de si­tu­a­ties ont­staan. Die ont­staan ech­ter voor­na­me­lijk bij het eer­ste kind. Ge­zien dat de kans op een ge­zon­de ter­we­reld­bren­ging in Ne­der­land in ver­ge­lij­king met an­de­re wes­ter­se lan­den op zijn best toch al ma­tig is, zou de stel­re­gel moe­ten zijn dat el­ke zwan­ge­re vrouw door een gy­nae­co­loog ge­zien wordt. Ze­ker bij zwan­ger­schap van het eer­ste kind.

Door de gy­nae­co­loog ad­vies te la­ten uit­bren­gen over waar te be­val­len, en te be­vor­de­ren dat dat ad­vies wordt op­ge­volgd, wor­den waar­schijn­lijk veel pe­ri­par­tum spoed­zorg­kos­ten be­spaard. Daar­bij kun­nen de soms enor­me AWBZ-zorg­kos­ten voor kin­de­ren met pe­ri­par­tum op­ge­lo­pen ge­zond­heids­scha­de ge­re­du­ceerd wor­den.

Bo­ven­dien kan ge­pland be­val­len in een zie­ken­huis op eni­ge af­stand, want voor de mees­te be­val­lin­gen hoe­ven moe­der en kind niet lan­ger dan 24 uur te ver­blij­ven. Er wordt zelfs in een aan­tal zie­ken­hui­zen po­li­kli­nisch ge­pland be­val­len. Niet al­le zie­ken­hui­zen hoe­ven dus ge­boor­te­zorg te bie­den, waar­door de kos­ten be­perkt kun­nen blij­ven en de kwa­li­teit hoog kan zijn.

De ex­tra­mu­ra­le ver­los­kun­di­gen zul­len hier te­gen zijn om­dat het hun eco­no­mi­sche be­drij­vig­heid aan­tast, maar het al­ge­meen be­lang weegt veel zwaar­der.

Prak­tijk­voor­beel­den

Den Hel­der, dat slechts 56.500 in­wo­ners heeft, zou een toch vol­le­di­ge SeH moe­ten be­hou­den. Ten eer­ste om­dat het eerst­vol­gen­de zie­ken­huis te ver weg ligt (ma­trix­punt 2), en ten twee­de om­dat het ook Ter­schel­ling be­dient.

Van­uit Pur­me­rend lig­gen er voor Se-con­di­ties wel op ac­cep­ta­be­le rij­af­stan­den al­ter­na­tie­ve zie­ken­hui­zen, maar het zou wel een SseH moe­ten be­hou­den.

Van­uit Zoe­ter­meer lig­gen er ook zie­ken­hui­zen op ac­cep­ta­be­le rij­af­stand (in Den Haag, zie we­der­om de Ri­VM-kaart). Ech­ter, ge­zien het gro­te in­wo­ners­aan­tal dat het Lan­ge­Land be­dient zou dat zie­ken­huis weer een vol­le­di­ge SeH moe­ten be­hou­den (ma­trix­punt 3).

Dat geldt waar­schijn­lijk niet voor al­le vijf zie­ken­hui­zen in Den Haag. Daar zou be­spaard kun­nen wor­den. Wel dient men bij de be­pa­ling hoe­veel SeH's ge­slo­ten of tot SseH's om­ge­vormd zou­den moe­ten wor­den zorg­vul­dig te be­zien of aan de ge­noem­de S(s)eH-kwa­li­teits­ei­sen vol­daan wordt. En vol­daan kan blij­ven wor­den, ge­zien het gro­te­re aan­bod aan pa­ti­ën­ten dat de over­blij­ven­de zie­ken­hui­zen met S(s)eH zul­len krij­gen.

Re­fe­ren­ties

  1. Schel­le­kens H. De weer­staan­ba­re kos­ten­stij­ging in de zorg. FD (Z&M) 30 jan. 2012 (vol­le­di­ge tekst).

Ver­sie­his­to­rie (laat­ste vijf ver­sies; meer)

Da­tum laatst bij­ge­werkt: 12-6-2019. Om ser­ver-tech­ni­sche re­de­nen is de vroeg­ste da­tum 10-6-2018. Voor meer in­for­ma­tie over de ver­sie­num­me­ring, zie In­tro­duc­tie. De woord­af­bre­king op de­ze si­te is ge­au­to­ma­ti­seerd, wat fou­ten kan op­le­ve­ren. Voor con­tact­in­for­ma­tie zie Co­lo­fon/con­tact/CV. De­ze si­te is ge­cre­ëerd door Frank Co­nijn.