Het kabinet wil de verzorgingsstaat omvormen tot een participatiesamenleving. In de troonrede van september 2013 werd dat als volgt uitgelegd: "Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving."
Die uitleg aanhoudende had de term echter veel eerder moeten zijn: een meer zelfredzame samenleving. Een participatiesamenleving creëren houdt in dat er meer mogelijkheden geschapen worden voor mensen om mee te doen in de maatschappij in zijn diverse facetten (arbeid, sociaal netwerk, etc.). Ook en vooral voor ouderen en mensen met handicaps.
De politiek heeft wel vaker taalkundig verkeerde etiketten geplakt. Zo had het 'exorbitante zelfverrijking' i.p.v. 'exhibitionele zelfverrijking' moeten zijn, en 'ontspoord geweld' i.p.v. 'zinloos geweld' — zinloos geweld is geweld dat gerechtvaardigd kan zijn, maar zijn doel mist. Nu kon in deze voorbeelden uit de tamelijk eenvoudige context nog de juiste betekenis worden afgeleid, maar dat is bij 'participatiesamenleving' veel moeilijker.
De staatssecretaris van VWS gaf er later een andere c.q. additionele uitleg aan: mensen die zorg krijgen, inclusief ouderen, zouden zich als vrijwilliger in moeten zetten voor anderen, als tegenprestatie voor de genoten zorg. Dat kan inderdaad op zich de participatie vergroten, maar daarmee kwam de staatssecretaris inhoudelijk in de knel.
Van gezonde mensen die langdurig een uitkering ontvangen en geen eenoudergezin met jonge kinderen vormen mag zeker wel om een maatschappelijke tegenprestatie gevraagd worden. Maar van ouderen en zorgbehoevenden, terwijl Nederland heel veel van dergelijke uitkeringsgerechtigden kent?
De staatssecretaris haastte zich nog iets later om te verklaren dat het allemaal vrijwillig zou zijn, maar dan had het niet in de troonrede opgenomen moeten onder de noemer 'participatiesamenleving'. Dat creëert voor ouderen en zorgbehoevenden een regelmatig ongezonde en onterechte maatschappelijke druk.
Er zijn eenzame ouderen en andere mensen die door omstandigheden in een maatschappelijk isolement zijn gekomen. Dat probleem behoeft zeker aandacht, ook daar het reëel is te veronderstellen dat vereenzaamde ouderen aanmerkelijk meer zorgkosten maken. Maar die aandacht dient op een andere manier gegeven te worden.
Uitgaande van een behoorlijke onderbouwing van het uitgangspunt dat de verzorgingsstaat is doorgeschoten, had de volgende troonredepassage zeer waarschijnlijk op veel meer begrip en waarschijnlijk zelfs algemene instemming kunnen rekenen:
"De verzorgingsstaat staat qua financiering onder druk en behoeft herijking. Het kabinet wil een meer zelfredzame samenleving. Dat houdt in: care op maat, waarbij er voor wat mensen redelijkerwijs zelf nog kunnen minder of geen zorg meer verleend wordt, maar voor datgene dat ze niet meer kunnen de huidige zorg blijft bestaan.
Het kabinet betrekt daarbij het gegeven dat er ongeveer 700.000 in principe gezonde of geheel gezonde mensen zijn die uitkering ontvangen, WW of bijstand. Het kabinet treft maatregelen om die mensen in het arbeidsproces te betrekken. Persoonlijke verzorging van zorgbehoevenden blijft daarbij het domein van professionals.
Voorts wil het kabinet de participatiemogelijkheden verbeteren voor ouderen en mensen met handicaps die in een maatschappelijk of sociaal isolement zitten. Een zinvolle invulling van het leven en een sociaal netwerk is niet alleen belangrijk voor het welzijn van de mensen zelf, maar ook voor een de samenleving in zijn geheel."
(Verder had het kabinet als beleidsvoornemen kunnen stellen om voorbereidingen te treffen voor een korting op de zorgpremies voor mensen die een gezond voedings- en beweegpatroon hebben. Ook dat valt onder en bevordert het meer verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven, terwijl het een sociaal gezien acceptabele maatregel is. En het levert uiteindelijk een aanzienlijke kostenbesparing op. Zie Preventiebeleid.)
Naschrift 9 oktober 2013: Kennelijk was het kabinet al langere tijd van plan om de arbeidsparticatiemogelijkheden voor mensen met beperkingen te verbeteren, gezien het kort na de regeringsverklaring afgesloten akkoord met de werkgevers om op korte termijn 7.500 en op de lange termijn 100.000 van dergelijke banen te scheppen.
Voor meer informatie over de versienummering, zie Introductie. De woordafbreking op deze site is geautomatiseerd, wat fouten kan opleveren. Voor contactinformatie zie Colofon/contact/CV. Deze site is gecreëerd door Frank Conijn.